Jonkheer Dirk van Foreest

Op vrijdag 31 augustus, zaterdag 1 en zondag 2 september wordt het Oscar Romero Open Hoorns/NHSB-kampioenschap gehouden. In de aanloop naar het evenement verschijnt elke vrijdag op deze website een column. Nog één week te gaan.

Er is een Noord-Hollandsche Schaakbond geweest in de periode 1913-1920 en de huidige Noordhollandse Schaakbond is in 1932 opgericht. De regionale bond in het begin van de twintigste eeuw kende geen eigen titelstrijd, hoewel er toch goede Noord-Hollandse schakers waren. Waarschijnlijk is toen nooit iemand op het idee gekomen om een NHSB-kampioenschap te organiseren.

Op zondag 19 oktober 1913 zag in Zaandam de Noord-Hollandsche Schaakbond het leven. In de schaakrubriek van het Helders nieuwsblad ’t Vliegend Blaadje van zaterdag 1 november 1913 is onder meer te lezen: ,,Het doel van dezen provincialen bond is om, naast de Nederl. Schaakbond, meer speciaal de belangen der Noord-Hollandsche schakers te behartigen, b.v. door clubmatchen en competitiewedstrijden. Reeds is in beginsel hiertoe besloten, alsmede tot een later te houden reusachtige massakamp tusschen Noord- en Zuid-Hollandsche schakers. De heeren Nauta en Flentrop, resp. voorzitter en secretaris van den nieuwen bond, zijn een paar mannen die meermalen getoond hebben een buitengewone wilskracht aan een grenzeloozen ijver te paren. Dit doet ons vermoeden dat de leiding in bekwame handen is.’’

Naast Klaas Geus uit Den Helder was ruim honderd jaar geleden jonkheer Dirk van Foreest een van de beste Noord-Hollandse schakers. Geboren in Kruisdorp – het huidige Hoofddorp – in 1862 rondde hij een kwart eeuw later zijn medicijnenstudie af en werd huisarts in Heemskerk. Niet voor lang, want vanaf 1888 had hij een praktijk in Oosthuizen, gedurende liefst veertig jaar. Dirk van Foreest verhuisde als drievoudig Nederlands schaakkampioen, al waren zijn titels in 1885, 1886 en 1887 officieus. De Nederlandsche Schaakbond hield toen na zijn jaarvergadering de zogeheten bondswedstrijden. Vanaf 1909 werd voor het eerst officieel om de nationale titel gespeeld. Broer Arnold van Foreest kroonde zich overigens in 1889, 1893 en 1902 tot ’s lands beste schaker.

Dirk van Foreest debuteerde in 1884 op het ‘NK’. Voor het eerst werden ‘klokjes’ gebruikt. Er waren al enige tijd klachten dat er te langzaam werd gespeeld. De schaakklok leverde in die tijd pittige discussies op, met name over het voorgeschreven aantal zetten in één speeluur. Uit het blad Op de Hoogte van 15 december 1910, over de historie van de bondswedstrijden: ,,En gedurende al die overwegingen en beslommeringen liepen en tikten die lieve opgewonden uurwerkjes zoo vlijtig en zoo geregeld dat men menig oog en oor met elkander in overleg zag treden of het niet beter de moeite waard ware te berekenen hoeveel woorden in elke 15 minuten verloren konden raken.’’

De in Amsterdam wonende Dirk van Foreest kroonde zich tot ’s lands beste in 1885, 1886 en 1887 en werd in 1888 tweede. In dat jaar werd zijn voorstel aangenomen dat elke speler verplicht was twintig zetten per uur te doen op straffe van verlies van de partij.

Na die periode kwam voor de bescheiden Dirk van Foreest het partijschaak op een lager pitje te staan. Als student had hij zich bij het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap aangemeld. Zonder lessen voor het pionnen-, toren- en koningsdiploma, zonder de stappenmethode en zonder schaakboeken groeide hij uit tot een topper, maar eenmaal werkzaam als huisarts nam het vak veel tijd in beslag. Huisbezoeken gingen te voet en in een artikel van Sibrand Martens uit Eindhoven, opgenomen in het jaarboek uit 2008 van de Historische Vereniging Oosthuizen, is te lezen dat Dirk van Foreest naar Hoorn liep om bepaalde medicijnen te halen. Later schafte hij zich een fiets aan en weer later een Chevrolet. Over werktijden gesproken, Sibrand Martens schrijft verder: ,,Dirk at ook heel eenvoudig, het liefst kool zoals boerenkool of zuurkool. Als hij ’s nachts een bevalling had gedaan, moest bij thuiskomst de tafel met een goede maaltijd gedekt staan. Hij zei dan: ‘Als je slaap te kort komt, moet je dat bij-eten’.’’

In 1945 verscheen van de hand van Lodewijk Prins, ook een heel goede schaker geweest, ‘Een hulde aan jhr. dr. Dirk van Foreest’. Het boekje met zo’n zeventig pagina’s bevat voornamelijk partijen uit de periode 1885-1890 en dat geeft eveneens aan, wanneer de topschaakjaren van de huisarts waren.

Tijdens mijn zoektocht door de Noord-Hollandse schaakhistorie kwam ik het volgende in het Algemeen Handelsblad van zaterdag 20 december 1913 tegen. ,,Toen dr. Van Foreest in 1883 te Amsterdam kwam en voor het eerst het VAS bezocht, werd hij weldra uitgenoodigd deel te nemen aan den winterwedstrijd die toen reeds een paar maanden aan den gang was. Daar men twee ronden speelde en er 20 deelnemers waren, zoo moesten 38 partijen gespeeld worden. Dit aantal was in die dagen echter geen bezwaar. Schaakklokjes kende men nog niet, maar van den onbeperkten bedenktijd werd geen misbruik gemaakt. Het was geen zeldzaamheid als iemand een zestal wedstrijdpartijen op één avond ten einde bracht. Ofschoon dr. Van Foreest voor die tijd alleen met zijn vader en zijn broer, jhr. A. E. v. Foreest, gespeeld had en nooit theorie had bestudeerd, behaalde hij in dezen wedstrijd den 1en prijs met 36 punten. Hij won 34 partijen en maakte de vier andere remise. De heer De Lelie, die destijds voor den sterksten speler van Amsterdam gold, won met 35½ punt den 2en prijs. Het vervolg was in overeenstemming met dit schitterend begin. Tot aan zijn vertrek uit Amsterdam in 1889 won de heer Van Foreest regelmatig ieder jaar den 1en prijs in de winterwedstrijden van het VAS.’’

Het bericht staat in de schaakrubriek van Boudewijn van Trotsenburg vermeld met daarbij zijn eerste partij bij VAS. ,,Deze partij is een fraai voorbeeld van den levendigen speeltrant van dr. Van Foreest en bevat een waarschuwing die elk schaker ter harte kan nemen; vertrouw niet te veel op theoretische kennis; speel nooit gedachtenloos een gebruikelijke variant na’’, aldus de redacteur.

Het is overigens niet helemaal duidelijk wie de tegenstander is geweest. De partij is eveneens opgenomen in het Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond van december 1897; met de vermelding dat Dirk van Foreest op 27 oktober 1883 tegen H. Kothe heeft gespeeld. Maar volgens een artikel in het maandblad Op de Hoogte (april 1909) zou Dirk tegen schaakredacteur A. van Eelden over zijn start bij VAS hebben gezegd: ,,Ik werd daar geïntroduceerd en trad dadelijk tegen J. H. Sohlberg in het krijt.’’

Dirk van Foreest ging overigens niet alleen naar Hoorn om medicijnen op te halen, maar ook om te schaken. Op 11 maart 1911 was hij simultaangever op uitnodiging van de Hoornsche Dam- en Schaakclub. De huisarts uit Oosthuizen won zestien partijen en verloor van P. Druif (Spanbroek) en de latere Caïssa-spelers Johan Hinke en Koenraad de Vos. Een half jaar later, op 17 december 1911, ging het nog een ietsje beter: zeventien zeges, remise tegen P. Kistemaker (Venhuizen) en T. Taverne (Hoorn) en verlies tegen M. Veer (Andijk).

Op 18 april 1915 speelde Dirk van Foreest in café Jan Pieterszoon Coen in Hoorn voor de laatste maal in zijn eentje tegen een groot aantal tegenstanders. Uit de Enkhuizer Courant van dinsdag 20 april 1915: ,,Zondag werd in ’t lokaal van J. Pz. Coen een simultaanschaakseance gehouden met Jhr. Dr. D. van Foreest van Oosthuizen als simultaanspeler. 26 van de beste schakers uit onzen omtrek waren opgekomen. De Heer van Foreest toonde zich ook nu weer een speler van den eersten rang. Immers, hoewel deze heer door drukke bezigheden in 8 maanden het schaakspel niet had kunnen beoefenen, waren de resultaten schitterend. Van 3 uur tot half 7 werd er gespeeld met gevolg dat er 1 partij werd verloren tegen den Hr. J. Visser van Sijbekarspel. Spannend was o.m. ook de strijd tegen den Hr. M. Veer te Andijk die ’t echter moest afleggen. Er werden 3 remises gemaakt met de H.H. W. Bronkhorst te Grootebroek, K. de Vos te Hoorn en W. Tensen te Schellinkhout. Aldus werden er 22 partijen gewonnen en wel van de H.H. T. Taverne, L. Anepool, B. Visser, C. Molenaar, N. Taverne, G. Langereis en T. Hoff te Hoorn; W. Duin, Jb. Boots, P. Klaver, T. Konijn, S. Schilder te Spierdijk; P. Druif te Opmeer; M. de Wit te Beets; J. Geuzebroek te Oosthuizen; P. Heuvel en H. N. Kleinschmidt te Hoogkarspel; A. Aker, H. Karsten en M. Hetsen te Zwaagdijk; M. Veer te Andijk en P. Volger te Spanbroek.’’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *