Óscar Romero

Op vrijdag 31 augustus, zaterdag 1 en zondag 2 september wordt het Oscar Romero Open Hoorns/NHSB-kampioenschap gehouden. In de aanloop naar het evenement verschijnt elke vrijdag op deze website een column. Nog zeven weken te gaan.

Kon Óscar Arnulfo Romero y Goldámez, de in 1980 vermoorde aartsbisschop uit El Salvador, schaken? Daar is mij niets van bekend. In het boek ‘Archbishop Oscar Romero: the making of a martyr’ (Emily Wade Will, 2016) staat slechts een zin, waarin over een ruimte om te schaken en te tafeltenissen wordt gerept. De zoektocht op internet levert wel op dat kinderen op de Óscar Romeroschool in Estelí in Nicaragua schaaklessen krijgen en dat het programma van het schaakkampioenschap van El Salvador in 2015 enigszins veranderde, omdat op een van de dagen (23 mei) Óscar Romero zalig werd verklaard. Overigens heeft op 14 oktober a.s. de heiligverklaring plaats. Ook paus Paulus VI staat op de lijst van kandidaat-heiligen.

Schaken is in El Salvador geen grote sport. De eerste kampioen was Antonio Salazar – in 1946 – en de huidige titelhouder is de 40-jarige IM-speler Lemnys Arias. Met zijn rating van 2294 zou hij bij Caïssa-Eenhoorn niet de beste zijn. Het eerste vrouwenkampioenschap werd in 1993 gehouden, met Reyna Chávez als winnares. De 17-jarige WIM-speelster Andrea Ortez heeft momenteel de titel in handen. Haar rating van 1772 is duidelijk lager dan die van onze clubgenote en nationaal jeugdkampioene Robin Duson.

Misschien dat door die geringe belangstelling in zijn land voor het schaken er door Óscar Romero, die wel een goede zwemmer was, nooit aan schaken is gedacht. Gelukkig denken ze op het Oscar Romero College in Hoorn wel aan de schaaksport en zo kon het gebeuren dat vorig jaar het open Hoorns kampioenschap nieuwe stijl (voor het eerst als weekendtoernooi) in de aula plaatshad.

Het was een bescheiden begin, met slechts 31 deelnemers. Maar het kreeg met Yong Hoon de Rover ook de sterkste winnaar die het open Hoorns kampioenschap, gestart in 1950, ooit heeft gehad. En voor mezelf leverde het enkele memorabele partijen op, vooral die tegen Joop Brands. In de tweede ronde duurde onze strijd 130 zetten. Omdat de toegevoegde tijd tien seconden per zet bedroeg, hoefde er in de laatste vijf minuten niet te worden genoteerd. Clubgenoot Arend Stapel nam vanaf mijn vijftigste zet het schrijven over en kon ik me concentreren op een stelling van koning alleen tegen het loperpaar van Joop. Een verloren stelling, maar de Aartswoud-speler was toen als een penaltynemer op het WK voetbal. Je weet hoe het moet, maar hoe moet het op een cruciaal moment? En als voormalig keeper lukte het me om de inzet van Joop te pareren. Nadat ik in mijn notatieboekje had gekeken, claimde ik remise. Er was vijftig zetten geen pion verplaatst (die stonden immers niet op het bord) en er waren bovendien geen stukken geslagen. Arbiter Sernin van de Krol keurde de claim goed, maar gaf wel een denkbeeldige tik op de vingers, want ik had niet in mijn notatieboekje mogen kijken aangezien ik niet meer noteerde.

Op het komende Oscar Romero Open Hoorns/NHSB-kampioenschap hoef ik niet bang te zijn voor een arbitrale vermaning. Met dertig seconden toegevoegde tijd per zet moet ik zelf tot het einde van elke partij blijven noteren.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *